Paard
Het paard wordt voor de behandeling volledig gecheckt. Vaak wordt ook gevraagd om het paard even aan de hand te laten stappen, zodat er naar de beweging van rug, hals en benen gekeken kan worden.
De behandeling zelf is meestal een rustig gebeuren, waarbij de paarden zelf ook goed gaan ontspannen.
Omdat het hele lichaam nagekeken en behandeld wordt, is het belangrijk dat de paarden droog en proper zijn.
Een uur of drie voor de behandeling kan het paard best niet meer gewerkt worden, zodat het paard niet bezweet of opgewarmd is. Hierdoor kunnen de bevindingen van het onderzoek beïnvloed worden.
Na de behandeling is het de bedoeling dat de paarden 'rust' krijgen. Hoe lang dit is, wordt besproken na de behandeling, dit kan verschillen van paard tot paard. Met rust wordt er bedoeld dat het paard niet onder het zadel gewerkt mag worden, maar het paard moet wel de mogelijkheid krijgen om vrij te bewegen. Voldoende weidegang of vrij op de paddock is wenselijk.
Na de afgesproken rust kan de training opnieuw gestart worden. De eerste dagen is het belangrijk om voldoende lang actief in te stappen, en het paard goed voorwaarts neerwaarts te rijden.